Belgische topbedrijven investeren in Afrika
In navolging van een twintigtal Duitse topbedrijven, stapten de voorbije twee jaar ook een handvol Belgische bedrijven in een proefproject rond circulaire migratie voor hoogopgeleide Afrikaanse jongeren. Zij komen in ons land een aantal maanden meedraaien in een bedrijf dat hen een volwaardige baan aanbiedt, bouwen hier een netwerk uit en doen een pak business-ervaring op, waarna ze naar hun geboorteland terugkeren om daar zelf mee aan de kar te trekken.
Voor Afrika zelf kan circulaire migratie op termijn dan weer de deur openen naar de broodnodige grootschalige industrialisering van het continent. Zelfstandig journalist Filip Michiels trok voor het weekblad Trends naar Senegal, en stelde ter plekke vast dat steeds meer jongeren er even hoogopgeleid als ambitieus zijn. Ze willen bovendien ook dringend af van het bestaande, paternalistische model van ontwikkelingshulp. Economische migratie richting Europa is in hun ogen vooral nog een verhaal van ongeschoolde jongeren zonder enig toekomstperspectief, zijzelf zien hun toekomst vandaag gewoon in Afrika. Ook bij de overheid en op universiteiten klinkt de kritiek op de hopeloos versnipperde ‘hulp’ op microniveau vanuit het Westen almaar luider.
“Onze slogan is vandaag niet voor niets Africa by Africans”, klinkt het bij Marc Dauvillé, directeur Afrika bij Siemens België. “Circulaire migratie heeft op langere termijn flink wat potentieel. De Afrikaanse ingenieurs draaien hier gewoon mee, tegen een behoorlijk loon. Wij zorgen ook voor huisvesting. Ze leren hier zo het bedrijf en onze producten kennen, en bouwen tegelijk een Europees netwerk uit. Uiteraard hopen wij die ingenieurs achteraf, eens ze teruggekeerd zijn naar hun geboorteland, daar zelf te kunnen inzetten. Maar ik ben ook realistisch: het is zeker niet ondenkbaar dat ze op een mooie dag besluiten de hier opgedane ervaring te verzilveren en voor eigen rekening aan de slag gaan. Dat risico nemen we er dan maar bovenop.”
