2021-06-02

BRUSSEL - We consumeren met z’n allen gemiddeld om de twee à drie jaar een smartphone, en dat is slecht voor milieu en klimaat. In Europa worden jaarlijks meer dan tweehonderd miljoen smartphones verkocht. Die markt wordt zwaar gedomineerd door Apple, Samsung en Huawei. Zij zetten dus ook de standaard voor hoe lang zo’n toestel moet meegaan en hoe eenvoudig of gecompliceerd het is om het te herstellen. 

In de komende maanden publiceert Louis Lammertyn een serie van artikels over de overconsumptie van consumentenelektronica en het effect daarvan op ons milieu, klimaat en portefeuille. Het onderzoek werd opgebouwd op basis van input en interviews van academici, elektronica producenten, ngo’s, beleidsmakers en de industrie.

Enerzijds gaat onze telefoon te vlug stuk en kopen we nog te vaak een nieuwe in plaats van hem te laten herstellen, anderzijds wordt de consument verleid door de allerlaatste snufjes. De reparatiesector kan voor de smartphone een mooie rol spelen, en bovendien lokale jobs creëren. De meest voorkomende problemen die herstel vragen zijn een gebroken scherm of kapotte batterij. Deze systematisch herstellen verlengt direct de levensduur van heel wat toestellen. In het artikelen wordt belicht hoe het anders kan, waar de overheid moet tussenkomen en wat je als consument kunt doen.

Een nieuwe smartphone produceren vergt heel wat materialen die op vandaag nog niet gerecycleerd worden. Daarnaast wordt voor de productie gemiddeld meer dan 60 kg CO2 per toestel uitgestoten. Met wat reparaties, een hoesje en screen protector komen we al een stap verder. Als alle Europeanen samen dus de levensduur met één jaar kunnen verlengen, stoten we tegen 2030 jaarlijks 2.1 megaton CO2 minder uit, wat hetzelfde is als een miljoen wagens van de weg halen. Met een gemiddelde aankoopkost van 530 EUR per toestel, kunnen Europese consumenten jaarlijks een geschatte 28 miljard euro op een meer duurzame manier uitgeven, en zo meer lokale jobs creëren.

In de komende maanden publiceert Louis een serie van artikels over de overconsumptie van consumentenelektronica en het effect daarvan op ons milieu, klimaat en portefeuille. Het onderzoek werd opgebouwd op basis van input en interviews van academici, elektronica producenten, ngo’s, beleidsmakers en de industrie.

DEEL 2

In België kopen we jaarlijks meer dan een miljoen laptops, en die gaan gemiddeld slechts 4,5 jaar mee. De productie van een laptop heeft een CO2-impact die tot wel tien keer groter is dan die van een smartphone. Met een goed uitgekiend hergebruik kan zo’n toestel vaak tien jaar lang mee. De lokale refurbishing-industrie kan een bedrijfslaptop klaarstomen voor een tweede of derde leven. Valt de laptop daarna niet te herstellen, dan kan een robot van de KU Leuven de laptop uit elkaar halen en de kleinste onderdelen recycleren.

Qua hergebruik kan de overheid ook zelf het goede voorbeeld stellen. Ze zou al haar laptops, of een minimum aandeel daarvan, door drie gebruiksfases kunnen laten gaan: de eerste drie jaar voor het meest veeleisende en beveiligde gebruik, daarna drie jaar voor normaal kantoorgebruik en dan nog eens drie jaar in ons onderwijs. Tussen elke fase kan een professionele partij de duizenden laptops opnieuw optimaliseren en een onderhoud uitvoeren, zodat de toestellen effectief negen jaar meegaan. Dat kan meteen ook banen in België creëren.

Een gecombineerde aanpak kan producenten en verkopers van laptops zo sturen dat ze meer duurzame laptops gaan maken en verkopen. Als daarnaast de consumenten mee nadenken over hun aankoop en duurzaam gebruik van hun laptop, kan de gemiddelde levensduur van het toestel verdubbelen. Het zou alle Europeanen samen elk jaar acht miljard euro helpen uitsparen, en de CO2-uitstoot met 6 miljoen ton naar beneden halen. Wat hetzelfde effect zou hebben als drie miljoen wagens - de helft van ons Belgische wagenpark - van de baan halen.

Foto: © Louis Lammertyn

 

 

 

 

Foto: © Louis Lammertyn

Louis Lammertyn

Louis Lammertyn is een freelance fotograaf en journalist.