2012-04-05

AMSTERDAM - Winnend Parool-verslaggever Bas Soetenhorst was het levend voorbeeld van het type waarover op 3 april tijdens de uitreiking van de M.J. Brusseprijs gedebatteerd werd: de journalist die ‘en passant’ op basis van zijn krantenstukken een boek maakt. Moeten de kranten en tijdschriften deze praktijk wel financieren? Moeten ze op deze manier wel ruimte bieden aan het tot stand komen van het (onderzoeks)journalistieke boek?

Debatleider en bestuurslid Jeroen Smit van organisator Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP) vroeg het een volgepakte Desmet Studio in Amsterdam.

Aanstaand adjunct-hoofdredacteur Hans Nijenhuis van NRC Handelsblad, hoofdredacteur Xandra Schutte van de Groene Amsterdammer en Volkskrant-redacteur Janny Groen werden het er niet helemaal over eens. Nijenhuis had zijn huidige jas van uitgever nog niet uitgetrokken, en benadrukte dat in een werkveld waar het voor de kranten letterlijk ‘knokken om te overleven’ is, het schrijven van boeken als ‘een soort personeelsbeleid’ voor terugkerende correspondenten of geparkeerde journalisten op leeftijd niet meer mogelijk is. ‘Dat deden we vroeger nog wel, maar dat kan niet meer.’ Maar Schutte gaf aan dat in haar optiek het maken van een boek ook juist een kans voor jonge talenten kan zijn, om de pen te scherpen en te voelen hoe een groot onderzoek werkt. ‘Wij geven hen dan bijvoorbeeld een maand de tijd, en zij nemen een maand eigen verlof. Zo delen we de pijn. En we koesteren hen zo ook, bij ons krijgen ze die kans.’

Aandacht

Op de stelling ‘Liever een goed onderzoeksjournalistiek artikel in de krant dan een boek in de winkel’ zei Nijenhuis zonder aarzelen ja. ‘Mijn krant heeft een oplage van bijna 300.000. Zie dat aantal boekenlezers maar eens te krijgen.’ Om van kopers nog maar te zwijgen. Maar volgens Groen moeten kranten en tijdschriften ook de voordelen van het maken van een boek zien. ‘Verkoopcijfers doen onvoldoende recht aan het nut van een boek voor de krant. Het genereert aandacht, en ik kreeg er veel nieuwe bronnen door, zeker toen mijn boek ‘Strijdsters van Allah’ werd vertaald (in ‘Allah’s woman warriors’-MS). Ineens had ik bronnen in allerlei landen. En dat is kapitaal voor de krant.’ Directeur Ides Debruyne van het Fonds Pascal Decroos, de Vlaamse pendant van het FBJP, vond het maar een ‘20ste-eeuwse stelling’, zo zei hij achteraf. ‘Je moet het journalistieke verhaal loskoppelen van het medium. Soms levert je onderzoek een artikel op, en dan weer een boek.’

Vanuit de zaal reageerden uitgevers Joost Nijsen en Maij Spijkers, beide met een genomineerde op de eerste rij. ‘Een artikel en een boek zijn twee verschillende fasen in een onderzoek. Ik zie in de krantenpublicaties een soort warmtrappelen voor een boek,’ zei Nijsen (Podium). Spijkers (Prometheus/Bert Bakker) voegde eraan toe dat hij de ruimte voor onderzoeksverhalen in de schrijvende pers er niet groter op ziet worden. ‘Het is alle hens aan dek en een boek kost dan extra organisatie, tijd en inspanning. Maar een boek is echt iets anders. De uitgever is geneigd de auteur centraal te zetten, de krant het onderwerp.’

Ondernemen

Of de journalist niet ook meer een ondernemer moet worden, vroeg Smit tot slot aan de zaal, met bijvoorbeeld een contract van 0,8 fte waarbij de rest zelf bijelkaar geklust kan worden. Schutte gaf aan dat de Groene dit al doet. Maar Groen tekende aan dat dat toch wel moeilijk te organiseren is, zeker als je als verslaggever bij een dagblad een vaste portefeuille hebt. En Nijenhuis was vooral tegen generieke maatregelen. ‘Niet iedereen wil ondernemen, onderzoeksjournalistiek doen of een boek schrijven.’

Juryvoorzitter Paul Brill mocht hierna de feiten (141 inzendingen, waarvan de jury er uiteindelijk een kleine honderd las), de oordelen (‘Kwaliteit en relevantie van veel inzendingen vielen toch wel wat tegen: veel bleef steken bij een leuk ideetje, een egodocument of was met weinig zorg uitgegeven.’) en de lof (‘Toch hebben we hier zes prachtige nominaties uit gehaald’) verwoorden. Waarna de €10.000 naar een klassiek, grondig en onthutsend onderzoeksboek ging. ‘De jury heeft het echte graafwerk willen bekronen,’ zei Brill. En daarmee was de winst voor Bas Soetenhorst voor zijn ‘Het wonder van de Noord/Zuidlijn’. Een boek dat begon met de tientallen artikelen die Soetenhorst voor Het Parool schreef, maar die hij wel compleet moest bewerken alvorens er een volwaardig, (al eerder met De Loep 2011 bekroond) en uitstekend leesbaar boek uit rolde.

Slagkracht

Tijdens de bijeenkomst maakte FBJP-directeur Geke van der Wal nog bekend dat het fonds niet zal meegaan in de fusiegolf die er voor overheidsfondsen aan zit te komen. Waarmee de slagkracht en snelheid behouden blijven, zo nodig voor een fonds dat journalistieke verhalen (en dus niet alleen boeken!) mogelijk maakt. Dat het FBJP tot 2016 wel tot veertien procent zal moeten inleveren is in een tijd van algehele bezuinigingen jammer maar onontkoombaar, gaf Van der Wal aan. FBJP gaat samen het de Stichting LIRA Auteursfonds Reprorecht extra beurzen voor journalistieke verhalen ter beschikking stellen, en er komt vanaf 2013 een speciale prijs voor freelance correspondenten. ‘Nodig,’ stelde LIRA vice-voorzitter Tijs van den Boomen. ‘Inmiddels is 80 procent van de correspondenten freelancer, die mogen wel speciaal bekroond gaan worden.’

Lees meer over de uitreiking.