2008-05-27

BRUSSEL - Aan Nederlandstalige kant zijn de nieuwssites heuse bezoekcijferkanonnen geworden. Enkelen onder hen behoren tot de meest bezochte sites in ons land en inhoudelijk wordt het aanbod steeds groter, al dan niet in nauwe samenwerking met de 'papieren' redacties. Nieuwe technologieën zullen ook de komende jaren voor vernieuwing blijven zorgen. (Bron: Media Marketing)

Uit een Amerikaanse studie van comScore, die uitkwam in maart van dit jaar, bleek dat niet- krantenlezers de grootste gebruikers van nieuwssites zijn. Het gaat meestal om jongeren, die veel belang hechten aan beeld en geluid. Voor krantenuitgevers wordt het internet dus cruciaal in de globale strategie. De krantenmarkt zelf is stabiel tot dalend, de groei moet dus van het net komen. Wat de uitgevers ertoe genoopt heeft volop te investeren. En met resultaat. Een blik op de cijfers van CIM Metriweb zegt veel over het belang van nieuwssites in ons land. Traditioneel bevinden er zich enkele krantensites in de top 10 van grootste sites in ons land. Opvallend is dat zij in de loop van de laatste jaren hun positie versterkt hebben. De gap met de portaalsites is beduidend kleiner geworden tot helemaal overbrugd. Het mag duidelijk zijn dat een groot deel van het dynamisme in de internetmarkt op het conto van de nieuwssites kan geschreven worden, zowel op technologisch, service- als marketingvlak.

Het zijn de Nederlandstalige nieuwssites die de dans leiden en die de top 10 van Metriweb bevolken, met HLN.be op kop. De site heeft die prestatie op relatief korte termijn neergezet. In tegenstelling tot de meeste andere krantensites heeft De Persgroep tot 2003 gewacht om met een site van Het Laatste Nieuws te komen. En in tegenstelling tot alle andere krantensites werden krant en site trouwens volledig los van elkaar gepositioneerd. Mick Van Loon, hoofdredacteur van HLN.be, legt uit: “Vanaf dag 1 is HLN.be een titel op zich met een onafhankelijke redactie, een eigen budget en marketing, geen contentuitwisseling. Dat differentieert ons van de concurrentie.” Vanwaar die keuze, Mick Van Loon? “Internet heeft een ander ritme dat niet met dat van een krant te verzoenen is. De gebruiker heeft andere verwachtingen en je maakt nieuws op een andere manier.” De online redactie van De Persgroep Publishing (die ook voor de sites van de franstalige tegenhanger 7 sur 7, De Morgen, Goed Gevoel en Nina werkt) telt inmiddels 25 personen.

Alle artikels uit de krant op het net
Een heel ander verhaal klinkt bij Corelio, dat met nieuwsblad.be en standaard.be gecumuleerd het grootste bereik biedt. “Ik geloof echt in het merkenverhaal”, predikt Stijn Vercamer, marketing manager E-media. “Alle spelers die offline een goed merk hebben, hebben dat online ook”, voegt Jeroen Overstijns, manager DS Online, eraan toe. Bij Corelio worden sites, kranten, maar ook bijvoorbeeld weekendbijlagen ingezet naargelang de informatie dat vereist, met elk hun eigenheden.  De grootste site is die van Het Nieuwsblad (en Het Volk). Hij telt gemiddeld zo'n 240.000 unieke bezoekers per dag, vergeleken met de 280.000 die HLN.be dagelijks aantrekt. Ook Het Nieuwsblad heeft trouwens laat volledig de kaart internet getrokken. Met name begin 2005, nadat bleek dat HLN.be op korte tijd zeer succesvol was. Tot eind 2004 was nieuwsblad.be goed voor zo'n 10.000 unieke bezoekers per dag. In tegenstelling tot HLN.be is bij Het Nieuwsblad dus duidelijk gekozen om de link met de krant te behouden. In zoverre dat alle artikels uit de krant, die ook op internet relevantie hebben, online worden gezet. Patrick Saliën, manager van nieuwsblad.be: “Bij een artikel van vier pagina's heeft dat natuurlijk geen zin, maar verder wordt 's nachts alles van de krant online geplaatst. Soms proberen we ook te triggeren om mensen de krant te laten kopen.” Bij standaard.be, dagelijks goed voor gemiddeld 140.000 unieke bezoekers, is de insteek anders. “Wij hebben betalende abonnees”, verklaart Jeroen Overstijns. “en zij moeten natuurlijk extra content krijgen. Enkele duizenden mensen betalen voor een puur online abonnement en ook de 'papieren' abonnees hebben gratis toegang tot het betalende gedeelte.” In concreto zet De Standaard ook alle artikels online, inclusief de krant in PDF, maar zit het grootste deel hiervan achter een paswoord. “DS Online zit met een atypisch model”, weet Overstijns. “Alle andere nieuwssites gaan volop voor de gratis formule, waarbij de inkomsten enkel uit advertenties komen.” Bij standaard.be is het betalende deel trouwens maar goed voor een klein deel van het bereik. De grootste aandacht gaat dus naar de 'open' informatie. Mick Van Loon is alvast niet gewonnen voor betalende content: “Het past ten eerste niet binnen onze strategie en het werkt ten tweede niet. Je kan een nieuwssite nooit economisch rendabel maken op die manier. Tenzij je over zeer gespecialiseerde content beschikt.”  

Regionale community
Nieuwsblad.be mikt sterk op sport en regio. “Regio is een groot succes op onze site”, klinkt het bij Patrick Saliën. “Elke gemeente heeft zijn eigen site en die wordt enerzijds geüpdatet met content uit de krant, maar ook met berichtgeving van lokale bloggers. User generated content werkt op dit vlak.” Het grootste percentage van de bezoekersaantallen op de site van Het Nieuwsblad komt dan ook van de regionale pagina's. Volgens Saliën tot 100.000 per dag. Regio is duidelijk een manier om je als site te onderscheiden van de concurrentie en dat nieuws is ook bij Concentra niet in dovemansoren gevallen. “Zowel de Gazet van Antwerpen als Het Belang van Limburg hebben een sterke community en die proberen we te bereiken en versterken op internet”, legt content manager Hans Cardyn uit. “We nemen daartoe de regionale artikels uit de krant over op de site, gegroepeerd op gemeentepagina's. Daarnaast brengen we ook nog een aantal servicerubrieken zoals een culturele agenda en foto-albums.” Recent ondernam Concentra een andere actie om zich te differentiëren. Het heeft namelijk (voor de internetsites) het contract met Belga opgezegd. Hans Cardyn geeft een woordje uitleg: “We hebben midden april ons eigen persbureau opgericht. Actuanet, dat negen journalisten telt, gaat op internet op zoek naar alternatieve nieuwsbronnen en wil zo ander nieuws brengen.” Een opvallende démarche, maar Concentra moet het inderdaad anders aanpakken wil het niet 'platgedrukt' worden door het online geweld van De Persgroep Publishing en Corelio. Het blijft immers, zelfs op internet, eerder regionaal beperkt en dat weerspiegelt zich in de bereikcijfers. Gva.be haalt zo'n 78.000 unieke bezoekers per dag, hetbelangvanlimburg.be zo'n 56.000. Geen onaardige cijfers, maar de kloof met andere nieuwssites wordt steeds moeilijker te overbruggen.

Buiten proportie
En zo zijn de waardeverhoudingen tussen de titels stilaan online wat ze ook offline zijn. De breedpubliekstitels als HLN en Het Nieuwsblad bereiken ook online het grootst aantal mensen, terwijl de regionale en 'kwaliteits'-titels op een beperkter publiek aanspraak mogen maken. Een titel trekt zich van deze waardeverhoudingen niets aan en dat is De Tijd. De site van de zakenkrant was in '95 de eerste online krant en dat voordeel heeft het tot op heden weten uit te spelen. Bovendien slaagt tijd.be erin om blijvend groei op te tekenen. “Op een gemiddelde werkdag – onze bezoekcijfers vallen fel terug in het weekend – halen we een kleine 100.000 unieke bezoekers”, weet Tom Peeters, multimediamanager van Mediafin. “Dat betekent een stijging met 30 à 35% tegenover een jaar eerder. Deze continue groei is een logisch gevolg van de strategie rond internet. Dit is namelijk altijd een speerpunt geweest bij De Tijd. Dat moet het beste nieuwsmedium zijn, dat op verschillende platformen ontplooid wordt. Dit proberen we naar de hele redactie uit te dragen: journalistiek zal over drie jaar immers een totaal ander beroep zijn. Je merkt dat iedereen investeert in technologie – zoals een content management systeem – en vorming van de journalisten.”

Een redactioneel team
Internet lijkt jaar na jaar inderdaad centraler komen te staan in de strategie van de krantengroepen en dat heeft ook z'n impact op de werking van de redacties. Bij De Persgroep Publishing koos men duidelijk voor een online redactie, die voor de verschillende websites werkt. Een logisch gevolg bij de start van HLN.be, maar inmiddels doorgetrokken naar De Morgen. Mick Van Loon: “In het team zijn geen specifieke journalisten voor de afzonderlijke sites. Het gebeurt dus dat een journalist twee artikels over hetzelfde onderwerp maakt voor verschillende sites. Bij De Morgen is de site wel het verlengde van de krant en is er wel interactie tussen de print- en de online redactie. De globale filosofie blijft echter dat internet een specifiek medium is, met eigen journalisten.” Sinds de online redactie van De Morgen door het online team van DPP wordt verzorgd is het bezoekersaantal gestegen van zo'n 15.000 unieke bezoekers per dag naar 60.000, al zit de vernieuwde site daar ongetwijfeld ook voor iets tussen.

Grootste deelredactie
Bij Corelio is de link tussen krant en website heel wat groter en dat weerspiegelt zich in de structuur van de redacties. Patrick Saliën doet het verhaal: “Ik heb altijd in een integrated newsroom geloofd, maar het is een moeilijke weg, zowel voor de kranten als de internetjournalisten. Je verandert hun gewoonten niet van de ene dag op de andere. Zowel Het Nieuwsblad als De Standaard hebben nog steeds een vast team voor online, dat vooral uit eindredacteurs bestaat. Dit systeem heeft wel het grote voordeel dat we krantenjournalisten ook voor online kunnen inschakelen hebben, waardoor we specialisten hebben in elk vakgebied en in elke regio.” Bij beide redacties probeert men stelselmatig alle journalisten mee te krijgen om op korte termijn een central news desk op te zetten. Deze zal zowel voor print als online werken. Een proces dat momenteel op gang getrokken wordt door online journalisten binnen de sport- en regioredactie te posteren. Opvallend is trouwens dat beide sites – net als hun krantenbroers – content van elkaar overnemen. “Wij werken inderdaad redactioneel samen”, klinkt het in koor bij Saliën en Overstijns. “Maar toch zullen we de twee sites apart profileren. Standaard.be zal zich bijvoorbeeld iets meer op politiek richten en nieuwsblad.be op sport en regionaal nieuws. Het is de eindredactie die ervoor moet zorgen dat elke site zijn eigenheid behoudt. De eindredacteurs blijven specifiek aan een site toevertrouwd.” Bij Het Nieuwsblad werken dertien personen voor de website, bij De Standaard gaat het om twaalf mensen. Jeroen Overstijns: “Het is trouwens de grootste deelredactie binnen De Standaard.” 

Buitenbeentje
Bij de Nederlandstalige nieuwssites wordt de term 'geïntegreerde redactie' voorlopig nog niet in de mond genomen, in tegenstelling tot de Franstalige collega's (zie p. 50). Eén mediagroep heeft echter van integratie haar mantra gemaakt en dat is Roularta. Enerzijds heeft het gekozen om een koepelsite te maken voor alle titels, zowel magazines als tv. Anderzijds gaat het het verst in de beweging naar geïntegreerde redacties. De redacties van Kanaal Z/Canal Z en de sites zijn immers samengevoegd. “Alle vroegere tv- en online journalisten werken nu voor beide media”, zegt Jos Grobben, hoofdredacteur van de magazinesites en het journaal van Kanaal Z/Canal Z. Hij geeft meteen mee dat de overgang moeilijk verloopt. Daarnaast heeft Roularta ook zijn sites op een eengemaakt platform ondergebracht. Waar komt dat idee vandaan, Jos Grobben? “Roularta is een klassieke uitgever met vooral magazines en gratis pers. Voor ons was het lang niet duidelijk naar welke online aanwezigheid we moesten streven. We hadden gemerkt dat nieuws het goed deed op internet, maar waren op dit vlak gehandicapt. In tegenstelling tot de kranten hebben wij geen dagelijkse, constante nieuwsflow. Weekbladen hebben het moeilijk om op nieuws te mikken, maar door het nieuws op een platform te centraliseren en met een central news room te werken, willen we van die zwakte een sterkte maken.” Roularta is er in alle geval als enige in geslaagd om als traditioneel magazine-uitgever in het landschap van de nieuwssites een plekje te verwerven tussen de krantenuitgevers. Voorlopig zijn de verschillende merken nog apart gecimeerd, wat resulteert in een gemiddeld bereik van 25.000 unieke bezoekers per dag voor knack.be tegenover 37.000 voor trends.be (in de twee landstalen). 

Is video king?
Niet alleen de structuur en de grootte van de redacties is de jongste jaren gewijzigd. Ook hun taken zijn geëvolueerd. Waar het nieuws enkele jaren geleden via foto's en vooral tekst gegeven werd, hebben sinds de doorbraak van breedband audio en video hun intrede gedaan. Voorlopig blijft de integratie hiervan aan Nederlandstalige kant beperkt (in tegenstelling tot Franstalig België, zie p. 50). De enige site die voluit voor video gekozen heeft, is De Redactie, de opvolger van VRT-nieuws.net. “Bij de lancering van het nieuwe tv-journaal op 7 januari hebben we ervoor gekozen om journaal en site als broer en zus te positioneren”, geeft Dirk Reynaers mee. Hij op de nieuwsredactie coördinator online. “Dat uit zich in de look 'n feel. Daarnaast hebben we ook beslist er een videosite van te maken. Dat is de USP van de VRT tegenover de krantensites en bovendien is het met de digitalisering van de beelden veel gemakkelijker geworden.” Deredactie.be haalt voorlopig niet de scores van VRTNieuws.net qua bereik. Dirk Reynaers: “We halen nog zo'n 80.000 unieke bezoekers per dag, maar je mag niet vergeten dat sportsite Sporza losgekoppeld is. Deze beslissing ligt enerzijds in het verlengde van de veranderde organisatie, anderzijds is ze ingegeven door de mogelijkheden tot reclame die sporza.be bood. Het aantal unieke bezoekers van sporza.be en deredatie.be samen komt ongeveer overeen met die van VRTNieuws.net vroeger.”

De overige nieuwssites zetten voorzichtig hun eerste stappen. “Een moeilijk verhaal”, merkt Mick Van Loon op. “Het heeft ongetwijfeld een toekomst op internet, ook op nieuwssites, maar een groot bereik haal je er voorlopig niet mee. Bij De Persgroep Publishing gebruiken we het eerder aanvullend, illustratief. Er zijn nog ontwikkelingen nodig voor het helemaal doorbreekt. Voorlopig is het nog te veel tv op internet, terwijl internet een veel sneller medium is en je veel kortere fragmenten zou moeten brengen. We zijn trouwens niet te enigen die met deze vraag worstelen. Ook de grote persbureaus als AFP en Reuters zijn zoekende.” Eenzelfde geluid horen we bij Corelio. “De markt is er nog niet klaar voor”, klinkt het bij Jeroen Overstijns. “Vergeet ook niet dat er heel wat gesurft wordt tijdens het werk. Dat beperkt de toepassingen voor audio en video.” De Standaard produceert wel eigen videomateriaal. Overstijns: “Wij brengen heel wat commentaar van journalisten op video. En binnenkort zullen we af en toe redacteurs uitsturen wanneer er nieuws te rapen valt. We zien dit als een eerste experiment.” “Vergeet ook niet dat het als site zeer duur is om video te brengen, omdat je bandbreedte moet voorzien”, voegt Hans Cardyn toe. Voorlopig behelpen de meeste nieuwssites zich dus met overeenkomsten met leveranciers van videofragementen als Zoom.in en Belga. Roularta van zijn kant kiest door zijn eengemaakte redactie haast automatisch voor het integreren van video, maar, zo zegt Jos Grobben, “er is nog heel wat werk voor de boeg. Kanaal Z moet nog meer in het platform geïntegreerd worden. Nu hebben we al videofragmenten, maar ze zijn nog niet optimaal geplaatst. Ze staan immers gegroepeerd en niet als aanvulling bij nieuwsberichten. Binnenkort willen we specifieke web items beginnen draaien.”

Sydney, here we come
De technologische evoluties, de toegenomen concurrentie, maar ook het besef dat een nieuwssite kan gerendabiliseerd worden met reclamegeld hebben ertoe geleid dat de laatste jaren volop in de nieuwssites is geïnvesteerd. Met een duidelijke winnaar: de surfer. Het aanbod is immers beduidend toegenomen en het wordt bovendien zo aantrekkelijk mogelijk verpakt. Het einde hiervan lijkt trouwens nog niet in zicht. Getuige het recente initiatief van HLN.be. Sinds midden april is de redactie namelijk aanwezig in Sydney. Een woordje uitleg van Mick Van Loon: “Wij willen een 24/7 nieuwssite zijn en merkten dat het 's nachts praktisch niet haalbaar was nieuws te brengen. Door van het uurverschil te profiteren, lukt dat wel. Bovendien worden de twee journalisten in Sydney verplicht om op zoek te gaan naar info omdat de persbureaus op dat moment niet actief zijn. Dat levert ons 's morgens vaak een scoop op.” HLN.be zal het initiatief uitbreiden tijdens de Olympische Spelen in Peking. Benieuwd wie met een nog spectaculairder initiatief uitpakt.

Auteur: Bart Lombaerts

Dit artikel verscheen eerder in Media Marketing (nr 128, mei-juni 2008)