2017-11-27

BRUSSEL - In 1997 maakte een verkeersongeval abrupt een einde aan het leven van de toen 33-jarige televisiemaker Pascal Decroos. Zijn carrière duurde slechts tien jaar maar in die tijdspanne verwierf hij een stevige reputatie als een geëngageerd en gedreven documentairemaker. Twintig jaar na zijn dood stellen we ons de vraag: wat is zijn nalatenschap?

Het antwoord komt van Ides Debruyne, directeur van Journalismfund.eu. Debruyne en Decroos leerden elkaar kennen op de faculteit Rechten van de KULAK in Kortrijk. “Doordat onze namen begonnen met D kwamen wij in dezelfde examengroep terecht. Toen wij het eerste jaar niet slaagden, vertrok Pascal naar Brussel om aan het RITCS Regie te studeren. Ik ben naar Gent getrokken”, zegt Debruyne. 

Kort daarop bracht Bart Castelein, mede-oprichter van het fonds en op dat moment student aan het RITCS, Decroos en Debruyne terug samen. De twee mannen werden tot aan zijn dood beste vrienden. “Decroos was de eerste werknemer van Paul Jambers, maar dat duurde niet zo lang. Hij wist zich snel te profileren als een kritisch en inventief televisiejournalist”, vertelt Debruyne. 

Samen met Ludo Poppe richtte Decroos in 1993 het productiehuis Kanakna Documentary op waar hij spraakmakende televisiedocumentaires maakte voor Het Ei van Christoffels, NV De Wereld en Panorama. Maar ook voor de Nederlandse publieke omroep werden heel wat reportages gemaakt. 

Ondertussen had Debruyne een grafisch bureau opgestart en werd hij ingeschakeld voor de huisstijl van het bedrijf. Enkele keren hielp hij Decroos als researcher. “Pascal Decroos realiseerde reportages die de zwakkere in beeld brachten. Zijn verontwaardiging was zijn drijfveer en empathie zijn geheime wapen”, zegt Debruyne. Zo was er de reportage 'Hanufa, het dienstmeisje van een diplomaat'. Op kerstavond 1984 werd ze mishandeld en uitgehongerd binnengebracht op de spoedafdeling van het Universitair Ziekenhuis van Jette. “Pascal ging vervolgens met haar op zoek naar haar ouders. Het resultaat was een expeditie naar Bangladesh maar ook een aanklacht van misbruik binnen sommige ambassades.” 

Decroos had een passie voor maatschappelijk relevante onderwerpen. Voor de reportage ‘Bloed op het Vlees’ dook hij bijvoorbeeld maandenlang onder in de bloederige wereld van de vleesmaffia. “Die documentaire deed veel stof opwaaien. Hij werd in het Europees Parlement uitgenodigd en zijn documentaire werd er vertoond.” 

“Pascal dacht vaak na over zijn vak en was ook kritisch voor de media”, dixit Debruyne. Zo maakte hij de documentaire Press at War, over de manier waarop grote mediabedrijven zoals CNN en ABC hun freelancejournalisten naar oorlogsgebieden stuurden zonder de nodige bescherming of goede verloning. Voor deze documentaire werd hij genomineerd voor de prestigieuze FIPA-prijs in Nice.” 

Het Fonds Pascal Decroos 

Kurt Vandenberghe – nog steeds de schatbewaarder van onze organisatie - belde mij op een zaterdagmorgen. ‘Ik heb heel slecht nieuws’, zei hij. ‘Pascal is overleden’. Hij was op een druilerige dinsdagavond in december 1997 verongelukt. Hij kwam van zijn werk. Er zat nog een collega naast hem. Ze zijn op een spookrijder ingereden en beiden waren op slag dood. De spookrijder reed onder invloed”, vertelt Debruyne. 

“Op de begrafenis van Pascal stelde Ludo Poppe voor om een journalistiek fonds op te starten in Pascals naam. Pascal vond het altijd jammer dat de pre-research nooit gefinancierd werd door televisiezenders zelf waardoor het risico bij de documentairemakers lag”, legt Debruyne uit. 

« PASCAL ZOU TROTS ZIJN OP WAT WE

IN ZIJN NAAM VERWEZENLIJKT HEBBEN »

In Nederland bestond al zoiets als het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (BJP) dat risicovolle of tijdrovende journalistieke projecten financieel ondersteunt. Daar lag het accent vooral op non-fictie boeken. “Het idee van Ludo Poppe werd goed onthaald en zo zijn wij met vrienden en een aantal familieleden naar Nederland getrokken om inspiratie te halen bij onze Nederlandse zusterorganisatie. Wij hebben hun systeem gekopieerd en verbeterd (lacht)”. Op 21 mei 1998 was het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek een feit. 

Met financiering van de Vlaamse Overheid werd in 1999 het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek gepresenteerd met de bedoeling om journalisten rechtstreeks te ondersteunen. “Onderzoeksjournalistiek vergt grote gedrevenheid en het is soms frustrerend: je kan maandenlang iets onderzoeken om soms niets te vinden. Het Fonds Pascal Decroos wilde de gedreven onderzoeksjournalistiek waarvoor Pascal stond, in Vlaanderen structureel en financieel ondersteunen”, aldus Debruyne. “In tegenstelling tot het Nederlandse fonds zijn wij altijd medianeutraal geweest. Het is vooral het onderzoek dat we steunen. Uiteraard moet het in een Vlaams medium worden gepubliceerd maar dus ook documentairemakers kunnen bij ons aankloppen.” 

Het fonds wil jonge journalisten op weg helpen en ervaren journalisten de gelegenheid bieden om in risicovolle en tijdrovende onderzoeksprojecten te investeren. In het begin ging dit wat moeizaam. “Toen wij net begonnen, was onderzoeksjournalistiek zeldzaam in Vlaanderen. We moesten ook vaak uitleggen wat onderzoeksjournalistiek juist inhield. Volgens hoofdredacteurs moeten alle journalisten onderzoeksjournalisten zijn. Terwijl onderzoeksjournalistiek veel meer is dan dagelijkse verslaggeving en gebruik maakt van andere methoden en bronnen. De Vlaamse pers is meer van de ‘Franse’ slag. Dit wil zeggen: meer interviews en commentaarstukken in tegenstelling tot de Angelsaksische landen waar een traditie in harde onthullingsjournalistiek bestaat”, legt Debruyne uit. 

“Mijn voorganger, Koen Van Wichelen, heeft de basis gelegd voor dit fonds. Hij maakte er een punt van om persoonlijk journalisten op te bellen en hen te overtuigen om een werkbeurs aan te vragen.” Ook reserveerden uitgevers gratis advertentieruimte om aan de oproep voor de werkbeurzen de nodige ruchtbaarheid te geven, een vorm van steun waar het fonds ook vandaag nog op kan rekenen. Het eerste onderzoeksproject dat tot stand kwam met steun van het fonds, was het boek 'De meisjes van Aboke' van Els De Temmerman. Het ging over twee Ugandese kindsoldaatjes die werden ingezet in het rebellenleger van Joseph Kony. De meisjes wisten gelukkig te ontsnappen. 

“Een moderne democratie heeft nood aan onderzoeksjournalistiek. Alleen was er bij ons geen traditie en is het nog steeds moeilijk om binnen veel redacties de tijd en de ruimte te krijgen om aan een lang onderzoek te werken.” 

Nalatenschap 

De spirit van Pascal Decroos is alive and kicking in de organisatie. Zo organiseert het Fonds Pascal Decroos samen met Thomas More Hogeschool in Mechelen al 13 jaar de opleiding Internationale Researchjournalistiek. “Pascal Decroos was erg ondernemend. In een tijd waar onderzoeksjournalistiek niet zo populair was in Vlaanderen, was hij een onderzoeksjournalist pur sang. Met deze opleiding willen wij ervoor zorgen dat een nieuwe generatie onderzoeksjournalisten opstaat die op zijn minst weet hoe je een onderzoeksjournalistiek project opstart”, luidt het. 

« ZIJN VERONTWAARDIGING WAS ZIJN 

DRIJFVEER EN EMPATHIE ZIJN GEHEIME WAPEN »

“In 2008 gingen we voor het eerst Europees met het organiseren van een WOB-conferentie in Brussel. Begin 2009 startten we ons Europees werkbeurzenproject gefinancierd door de Noorse stichting Fritt Ord. Dit werd verder uitgebreid met steun van de Open Society Foundations en later Adessium Foun-dation. In 2013 riepen we Journalismfund.eu in het leven met de bedoeling om grensoverschrijdende Europese onderzoeksjournalistiek te steunen. Ondertussen is het Europese verhaal de hoofdactiviteit geworden en is het Fonds Pascal Decroos een deelactiviteit van Journalismfund. eu vzw. Journalismfund.eu is de enige organisatie die cross-borderjournalistiek in Europa door middel van werkbeurzen structureel ondersteunt.” 

“Die kleine WOB-conferentie die we in 2008 startten is uitgegroeid tot The European Investigative Journalism and Dataharvest Conference: de jaarlijkse hoogmis van onderzoeks- en datajournalistiek in Europa, en dat dicht bij de deur, in Mechelen. 386 journalisten uit 45 landen waren dit jaar op het appèl”, zegt de directeur trots. 

“Tussendoor inspireerden we ook de Franstalige journalisten die in 2009 Le Fond pour le journalisme oprichtten. We kunnen dus stellen dat Pascal Decroos de inspiratie was én waarschijnlijk ook blijft voor Belgische en internationale initiatieven en samenwerkingen.” 

Wat zou Pascal hiervan vinden? 

Debruyne: “Hij zou dit grappig vinden en wellicht te veel eer. Ik denk niet dat hij dit zou hebben verwacht, maar hij zou er wel volledig achter staan. Dat zo’n fonds bestond in Nederland en niet in Vlaanderen, daar had hij het tijdens zijn leven weleens over gehad. Als jonge starter vond hij het moeilijk om steeds maar weer zelf het vooronderzoek te financieren. Hij zou het wel jammer vinden dat er te weinig documentaires uit zijn voortgevloeid, maar hij zou wel trots zijn op wat wij in zijn naam hebben opgezet. En als ik even onbescheiden mag zijn, terecht als je weet dat we één van de grootste spelers in de wereld zijn. Al zegt dit misschien meer over de staat van de onderzoeksjournalistiek?”.

Lisa May

Journalismfund is hiring

Vacature: projectcoördinator Fonds Pascal Decroos

2024-04-15

BRUSSEL - Fonds Pascal Decroos is één van de vlaggenschepen van de organisatie Journalismfund Europe VZW. Werkbeurzen voor journalistieke projecten worden 4 keer per jaar gedistribueerd in een competitief peer-review proces door een anonieme jury van media professionals. Om onze activiteiten in Vlaanderen verder uit te bouwen zoekt Journalismfund Europe een voltijdse projectcoördinator.