Vlaamse perssector schoolt bij op Mediacademie

De nieuwe technologische ontwikkelingen werken een ander gebruik van media in de hand. Internet als informatieverspreider maakt nieuws garen en managen in snel tempo complexer. Die evoluties maken dat constant bijscholen cruciaal is voor het brede veld van de (geschreven) pers.
Voordien gaf de Vlaamse overheid de geschreven pers opleidingssteun via protocols, en ontstond er een aanbod binnen elke organisatie afzonderlijk. Die werkwijze werd geëvalueerd, en de vier koepelverenigingen zijn met minister Lieten gaan nadenken over hoe ze kunnen komen tot een meer doorgedreven en efficiënte samenwerking. “We delen de bezorgdheid over de grote nood aan toekomstgerichte bijscholing om goeie journalistiek mogelijk te blijven maken. Daarom dat we kozen voor een nieuwe aanpak, die nu vorm krijgt in de Media-academie”, zegt minister Ingrid Lieten.

Met die Media-academie, die 1 miljoen euro steun krijgt van minister Lieten, willen de federaties de komende jaren een kwaliteitsvol en uitgebreid opleidingsaanbod uitwerken. Er komt in 2012 een permanent aanbod voor de hele sector. Een aanbod dat meer open en gecoördineerd is, en zo beter tegemoetkomt aan de opleidingsnoden die momenteel leven bij de verschillende kranten- en magazineredacties, KMO-uitgevers, uitgevers gelieerd aan social profitorganisaties, freelancers en mediaprofessionals.

Het kan om praktische opleidingen gaan, zoals het beter aanwenden van sociale media tot het opstellen van een goede nieuwsbrief, maar ook om inhoudelijke trainingen over creatief denken en journalistiek management. De koepelorganisaties staan niet alleen in voor het invullen van dat opleidingsaanbod. Veel knowhow en ideeën kunnen worden gehaald in de Adviesraad die wordt opgericht. “Die raad zal een intersectoraal en interdisciplinair overlegplatform zijn. Een samenstelling van experten uit onder meer de pers, de uitgeverswereld, vertegenwoordigers van de opleidingen journalistiek, de Vlaamse Vereniging van Journalisten en de Raad voor de Journalistiek. Zo brengen we ook de verschillende perspectieven op dat veranderend medialandschap samen aan tafel”, benadrukt minister Lieten. 

De Media-academie zal naast de expertise, waar mogelijk ook de infrastructuur van bestaande opleidingscentra zoals hogescholen gebruiken. Een gemeenschappelijke website wordt het belangrijkste communicatiemiddel van de academie. Daarop zal het opleidingsaanbod staan, en zal inschrijven mogelijk zijn.

Open opleidingen
De gezamenlijke opleidingen van de Media-academie zijn open voor alle werknemers van de vier federaties. Ze zijn toegankelijk voor alle personen die in vast dienstverband of freelance werken voor leden-uitgevers die de deontologische code van de Raad van de Journalistiek hebben onderschreven. De opleidingen worden publiek gemaakt, en ze worden permanent, zowel kwantitatief als kwalitatief, geëvalueerd in coördinatie met de Adviesraad. Deelnemers die niet tot de uitgevershuizen van de ondertekenende federaties behoren, zoals de audiovisuele media, zorgen voor een eigen inbreng van 40 procent in de kosten. 
Minister Lieten wil ook graag in dialoog treden met die audiovisuele sector, en dus ook de regionale zenders, om te kijken of de opleidingsondersteuning ook naar hen uitgebreid kan worden.

Media-ethiek naast de redactievloer
De perssector bestaat naast redacties, ook uit marketingafdelingen en andere mediaprofessionals. Met die diversiteit wordt rekening gehouden in het aanbod. “Ook voor zij die geen journalist zijn, zijn thema’s als journalistieke onafhankelijkheid, deontologie en redactionele aspecten niet te verwaarlozen. Door aandacht voor het belang van een kritische pers die inhoud met meerwaarde brengt, wordt er nadrukkelijk ingespeeld op de problematiek van de noodzakelijke scheidingslijnen tussen redactionele en commerciële aspecten van het uitgeversbedrijf”, besluit minister Lieten.